Vertaling van venten

Inhoud:

Nederlands
Engels
colporteren, leuren, venten {ww.}
to sell door-to-door
to hawk 
to peddle

wij venten
jullie venten
zij venten

we hawk
you hawk
they hawk
» meer vervoegingen van to hawk

kerel, knul, persoon, snuiter, sujet, vent (mv. venten) {zn.}
person 
guy
fellow 
chap
Wie is deze vent?
Who is this guy?
Die kerel is dubbelhartig.
That guy is two-faced.
man [m], manspersoon [m], vent (mv. venten) [m], kerel, manmens, gozer, gast {zn.}
man 
guy
fellow 
bloke
male 
Hij is van nature een aardige kerel.
He is by nature a kind fellow.
Wat een onaangename kerel is hij!
What a disagreeable fellow he is!
uitventen, venten {ww.}
to vend
to pitch
to peddle
to monger
to huckster
to hawk

wij venten
jullie venten
zij venten

we vend
you vend
they vend
» meer vervoegingen van to vend

leuren, venten {ww.}
to vend
to pitch
to peddle
to monger
to huckster
to hawk

wij venten
jullie venten
zij venten

we vend
you vend
they vend
» meer vervoegingen van to vend

man [m] (de ~), baas [m] (de ~), basserool, broger, gabber [m] (de ~), jongen [m] (de ~), kerel [m] (de ~), klant, knaap, manspersoon, meneer [m] (de ~), pief [m] (de ~), vent [m] (de ~), gast [m] (de ~), heer [m] (de ~), pik [m] (de ~), mannetje [m] (het ~), heerschap [m] (het ~) {zn.}
man
adult male
Meneer Ito is een hoogopgeleide man.
Mr Ito is a highly educated man.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.
The man we saw this morning was Mr. Green.
jochie [m] (het ~), broekeman, broekemannetje, broekenman, broekenmannetje, kereltje, vent (mv. venten) {zn.}
sonny boy
sonny
lad
laddie
cub
echtgenoot [m] (de ~), eega, gemaal [m] (de ~), kerel, man [m] (de ~), manlief, mannie, vent (mv. venten), gade [m] (de ~) {zn.}
man
Wie is die man?
Who's that man?
Zoek een leven, man.
Get a life, man.

Gerelateerd aan venten

colporteren - leuren - kerel - knul - persoon - snuiter - sujet - vent - man - manspersoon - manmens - gozer - gast - uitventen - baasverkopen - aanbieden - persoon - jongen - partner