Vertaling van vlekken

Inhoud:

Nederlands
Engels
vlekken {ww.}
to stain
bekladden, bezoedelen, smetten, vlekken, bevlekken {ww.}
to mar
to spot 
to stain 
to soil

wij vlekken
jullie vlekken
zij vlekken

we mar
you mar
they mar
» meer vervoegingen van to mar

klad, klak, moet, mop, plek, smet, vlek (mv. vlekken) {zn.}
spot 
blob 
blotch
stain 
blot 
Tom heeft een kale plek.
Tom has a bald spot.
buurtschap [v], gehucht [o], vlek (mv. vlekken) {zn.}
township 
hamlet
smet, bezoedeling, blaam [m] (de ~), schandvlek [m] (de ~), vlek [o] (het ~) {zn.}
ignominy
shame
disgrace
vlek [m] (de ~) {zn.}
spot
speckle
patch
maculation
fleck
dapple
gehucht [o] (het ~), buurt [m] (de ~), buurtschap [v] (de/het ~), gat [o] (het ~), vlek [o] (het ~) {zn.}
hamlet
crossroads
klad, smet [m] (de ~), vlek [m] (de ~) {zn.}
smudge
spot
smirch
smear
slur
daub
blot


Gerelateerd aan vlekken

bekladden - bezoedelen - smetten - bevlekken - klad - klak - moet - mop - plek - smet - vlek - buurtschap - gehucht - bezoedeling - blaamvervuilen - aantasting - plek - dorp