Vertaling van zetel

Inhoud:

Nederlands
Engels
bril [m], zetel [m] {zn.}
seat 
Als ge op de WC-bril pist, wis het af!
If you piss on the toilet seat, wipe it off!
Heren, doe de bril omhoog! Dames zitten ook graag droog.
Gentlemen, lift the toilet seat! Ladies also like to sit dry.
lokaliteit [v], oord, plaats [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
place 
venue
site
field 
spot 
location 
De ontmoeting had gisteren plaats.
The meeting took place yesterday.
De wedstrijd vond niet plaats.
The match didn't take place.
stoel [m], zetel [m] {zn.}
chair 
seat 
Deze stoel is oncomfortabel
This chair is uncomfortable.
Neem de andere stoel!
Take the other chair!
zetel [m] (de ~) {zn.}
seat
Geef mij maar een zetel bij het venster, a.u.b.
I'd like a window seat, please.
zetel [m] (de ~) {zn.}
seat
leunstoel [m] (de ~), armstoel, fauteuil [m] (de ~), leuningstoel, zetel [m] (de ~) {zn.}
armchair
resideren, zetelen {ww.}
to occupy
to reside
to lodge in

ik zetel

I occupy
» meer vervoegingen van to occupy

zitten, neerzitten, zetelen {ww.}
to sit
to sit down

ik zetel

Nee, ga zitten.
No, sit down.
Kom hier, meisje, ga zitten!
Come here, little girl, sit down!


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hier, een gemakkelijke zetel waarin ge kunt zitten.

Here's a comfortable chair you can sit in.

Geef mij maar een zetel bij het venster, a.u.b.

I'd like a window seat, please.

De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.

The administration decided to move the home office of the company to Hawaii.


Gerelateerd aan zetel

bril - lokaliteit - oord - plaats - ruimte - stoel - leunstoel - armstoel - fauteuil - leuningstoel - resideren - zetelen - zitten - neerzittenstoel - plaats - pozen