Vertaling van zij-

Inhoud:

Nederlands
Engels
bij-, minder belangrijk, ver, zij-, zijdelings {bn.}
incidental
side
zij [v], zijde [v] {zn.}
silk 
ze, zij {pers. vnw.}
they 
flank [v], zij [v], kant [m], zijde [v], zijkant {zn.}
side
flank
aspect 
Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
One side of a coin is called 'heads' and the other side is called 'tails'.
Ik sta aan jouw kant.
I'm on your side.
ze, zij {pers. vnw.}
she 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Zij rent.

She runs.

Zij kunnen vissen.

They can fish.

Is zij getrouwd?

Is she married?

Zij heeft veel geld.

She has a lot of money.

Zij zijn Russisch.

They're Russian.

Zij schrijft novelles.

She is a short story writer.

Zij fronste haar wenkbrouwen.

She wrinkled her brows.

Zij zijn onafscheidelijk.

They are inseparable.

Vrede zij met u!

Peace be with you!

Zij kunnen Spaans spreken.

They're able to speak Spanish.

Zij heeft weinig vrienden.

She doesn't have many friends.

Zij kan piano spelen.

She can play the piano.

Zij is acht.

She is eight.

Zij kunnen Spaans spreken.

They can speak Spanish.

Zij is een beginneling.

She is a beginner.


Gerelateerd aan zij-

bij- - minder belangrijk - ver - zijdelings - zij - zijde - ze - flank - kant - zijkant