Vertaling van blik

Inhoud:

Nederlands
Spaans
blik [o], plaatijzer {zn.}
lata [v] (la ~)
blik [o], dunne metaalplaat [v] {zn.}
plancha de metal [v] (la ~)
chapa [v] (la ~)
blik [o], schep [v], schop {zn.}
pala [v] (la ~)
blik [o], blikje [o], bus [v], trommeltje [o], trommel {zn.}
lata de conservas
caja [v] (la ~)
lata [v] (la ~)
blik [m], aanblik [m], kijk {zn.}
mirada [v] (la ~)
Hij had een hongerige blik.
Él tenía una mirada hambrienta.
Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.
Una mirada contenta apareció en su rostro.
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
mirar

ik blik

yo miro
» meer vervoegingen van mirar

Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
Oh, puedes teclear sin mirar el teclado. ¡Sorprendente!
Ik heb geen zin om tv te kijken.
No me gusta mirar televisión.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Hij had een hongerige blik.

Él tenía una mirada hambrienta.

Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.

Una mirada contenta apareció en su rostro.

"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."

—Bueno... —suspiró Dima, entonces se giró hacia la dependienta y le lanzó una mirada asesina— Supongo que ya no tengo elección...