Vertaling van vervoer

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afvoer [m], transport, vervoer {zn.}
trasporte
transporte [m] (el ~)
overbrengen, transporteren, voeren, vervoeren {ww.}
transferir
traferir
transportar

ik vervoer

yo transfiero
» meer vervoegingen van transferir

chaufferen, rijden, vervoeren {ww.}
conducir
dirigir

ik vervoer

yo conduzco
» meer vervoegingen van conducir

Mijn grote broer kan rijden.
Mi hermano mayor sabe conducir.
Dronken rijden is een serieus probleem.
Conducir ebrio es un problema serio.


Gerelateerd aan vervoer

afvoer - transport - overbrengen - transporteren - voeren - vervoeren - chaufferen - rijden