Vertaling van weer

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afweer [m], defensie [v], verdediging [v], weer, verweer {zn.}
defensa [v] (la ~)
Aanval is de beste verdediging.
La mejor defensa es un buen ataque.
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
de nuevo
otra vez
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
de nuevo
nuevamente
weder [o], weer [o], weersomstandigheden {zn.}
tiempo [m] (el ~)
Slecht weer is geen hinderpaal.
El mal tiempo no es impedimento.
Je bent gek dat je uitgaat met dit weer.
Eres muy idiota para salir con este tiempo.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Hoe is het weer?

¿Cómo está el clima?

Hoe is het weer?

¿Cómo está el clima?

Wat een afschuwelijk weer!

¡Qué pésimo clima!

Ze maakte weer dezelfde fout.

Ella cometió otra vez el mismo error.

Het is mooi weer vandaag.

Hoy hace bueno.

Ik zag hem nooit weer.

Nunca le volví a ver.

Slecht weer is geen hinderpaal.

El mal tiempo no es impedimento.

Nu weet ik het weer.

Ahora me acuerdo.

Het is verschrikkelijk weer vandaag.

Hoy hace un clima pésimo.

Hoe is het weer in New York?

¿Cómo es el clima de Nueva York?

Bij warm weer verdampt water snel.

Cuando hace calor el agua se evapora rápidamente.

Zou ik wachten tot ze weer komt?

¿Debería esperarla a que vuelva?

Nee. Ik moet helaas weer vroeg terug.

No. Lo siento, tengo que volver pronto.

Het is weer aan het regenen.

Vuelve a llover.

Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.

Has vuelto a cometer exactamente el mismo error.