Vertaling van verkeerd

Inhoud:

Nederlands
Frans
fout, foutief, onjuist, verkeerd {bn.}
abusif 
abusievelijk, bij vergissing, per abuis, verkeerd {bw.}
abusivement 
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
mal 
mauvais 
méchant 
slecht, verkeerd {bn.}
mauvais 
verkeren {ww.}
fréquenter 

ik heb verkeerd
jij hebt verkeerd
hij/zij/het heeft verkeerd

j'ai fréquenté
tu as fréquenté
il/elle a fréquenté
» meer vervoegingen van fréquenter

aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
être en relation avec 
concerner 

ik heb verkeerd
jij hebt verkeerd
hij/zij/het heeft verkeerd

j'ai concerné
tu as concerné
il/elle a concerné
» meer vervoegingen van concerner

kenteren, veranderen, verkeren {ww.}
changer 
s'altérer
Ik wil graag mijn kamer veranderen.
J'aimerais changer de chambre.
We moeten ons plan veranderen.
Nous devons changer notre plan.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Is dat verkeerd?

Est-ce incorrect?

Ik ben bang dat de dingen verkeerd zullen uitdraaien.

Je crains que les choses n'empirent.