Vertaling van aangaan

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
leven maken, lawaai maken, te keer gaan, rumoeren, rommelen, denderen, aangaan {ww.}
leven maken
lawaai maken
te keer gaan
rumoeren
rommelen
denderen
aangaan {ww.}

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

ik zal rumoeren
jij zult rumoeren
hij/zij/het zal rumoeren
» meer vervoegingen van rumoeren

ontbranden, aanfloepen, aangaan, aanflitsen {ww.}
ontbranden
aanfloepen
aangaan
aanflitsen {ww.}

hij/zij/het zal aanflitsen
zij zult aanflitsen
hij/zij/het zal aanflitsen

hij/zij/het zal ontbranden
zij zullen ontbranden
hij/zij/het zou ontbranden
» meer vervoegingen van ontbranden

raken, betreffen, gelden, aangaan {ww.}
raken
betreffen
gelden
aangaan {ww.}

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

ik zal raken
jij zult raken
hij/zij/het zal raken
» meer vervoegingen van raken

Mijn ideeën raken op.
Mijn ideeën raken op.
Wat kan ik kwijt raken?
Wat kan ik kwijt raken?
vormen, formeren, aangaan {ww.}
vormen
formeren
aangaan {ww.}

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

ik zal vormen
jij zult vormen
hij/zij/het zal vormen
» meer vervoegingen van vormen

Democratie is de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die zijn uitgeprobeerd.
Democratie is de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die zijn uitgeprobeerd.
zich verhouden, verkeren, aanbelangen, betreffen, aangaan {ww.}
zich verhouden
verkeren
aanbelangen
betreffen
aangaan {ww.}

hij/zij/het zal aanbelangen
zij zult aanbelangen
hij/zij/het zal aanbelangen

hij/zij/het zal verkeren
zij zullen verkeren
hij/zij/het zou verkeren
» meer vervoegingen van verkeren

afsluiten, contracteren, aangaan {ww.}
afsluiten
contracteren
aangaan {ww.}

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

ik zal afsluiten
jij zult afsluiten
hij/zij/het zal afsluiten
» meer vervoegingen van afsluiten