Vertaling van afvallen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vallen, verschieten, neervallen, afvallen {ww.}
vallen
verschieten
neervallen
afvallen {ww.}

ik zal afvallen
ik zou afvallen
jij zult afvallen

ik zal vallen
ik zou vallen
jij zult vallen
» meer vervoegingen van vallen

Laat vallen.
Laat vallen.
Waar gehakt wordt vallen spaanders.
Waar gehakt wordt vallen spaanders.
niet meer meedoen, afvallen {ww.}
niet meer meedoen
afvallen {ww.}

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen
» meer vervoegingen van afvallen

vermageren, afvallen {ww.}
vermageren
afvallen {ww.}

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen

ik zal vermageren
jij zult vermageren
hij/zij/het zal vermageren
» meer vervoegingen van vermageren

afvallig worden, uitvallen, afvallen {ww.}
afvallig worden
uitvallen
afvallen {ww.}

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen

ik zal uitvallen
jij zult uitvallen
hij/zij/het zal uitvallen
» meer vervoegingen van uitvallen

afvallig worden, afvallen {ww.}
afvallig worden
afvallen {ww.}

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen
» meer vervoegingen van afvallen

ontrouw worden, afvallen {ww.}
ontrouw worden
afvallen {ww.}

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen

ik zal afvallen
jij zult afvallen
hij/zij/het zal afvallen
» meer vervoegingen van afvallen