Vertaling van afwissen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vegen, afwissen, wissen, afvegen, afdrogen {ww.}
vegen
afwissen
wissen
afvegen
afdrogen {ww.}

ik zal afdrogen
ik zou afdrogen
jij zult afdrogen

ik zal vegen
ik zou vegen
jij zult vegen
» meer vervoegingen van vegen

Nieuwe bezems vegen schoon.
Nieuwe bezems vegen schoon.
Mary wil het huis vegen.
Mary wil het huis vegen.
uitdoen, wegvegen, wegwissen, wegpoetsen, uitwissen, uitpoetsen, afwissen, uitvegen {ww.}
uitdoen
wegvegen
wegwissen
wegpoetsen
uitwissen
uitpoetsen
afwissen
uitvegen {ww.}

ik zal afwissen
ik zou afwissen
jij zult afwissen

ik zal uitdoen
ik zou uitdoen
jij zult uitdoen
» meer vervoegingen van uitdoen

Kan je het licht uitdoen?
Kan je het licht uitdoen?
Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?
Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?


Gerelateerd aan afwissen

vegen - wissen - afvegen - afdrogen - uitdoen - wegvegen - wegwissen - wegpoetsen - uitwissen - uitpoetsen - uitvegenvegen - weghalen