Vertaling van bestellen
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
» meer vervoegingen van bestellen
leveren
toevoeren
afleveren {ww.}
ik lever af
jij levert af
hij/zij/het levert af
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
» meer vervoegingen van bestellen
aanvragen {ww.}
ik vraag aan
jij vraagt aan
hij/zij/het vraagt aan
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
» meer vervoegingen van bestellen
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
» meer vervoegingen van bestellen
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
» meer vervoegingen van bestellen
bestellen
ontbieden {ww.}
ik bestel
jij bestelt
hij/zij/het bestelt
ik haal
jij haalt
hij/zij/het haalt
» meer vervoegingen van halen
Voorbeelden in zinsverband
Laten we Chinees bestellen.
Laten we Chinees bestellen.
Bent u nu klaar om te bestellen?
Bent u nu klaar om te bestellen?
Kunt u een taxi voor me bestellen?
Kunt u een taxi voor me bestellen?
Tom weet niet wat te bestellen.
Tom weet niet wat te bestellen.
Ik wil graag wat eten bestellen
Ik wil graag wat eten bestellen