Vertaling van betrappen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verrassen, snappen, betrappen {ww.}
verrassen
snappen
betrappen {ww.}
snappen
betrappen {ww.}
ik betrap
jij betrapt
hij/zij/het betrapt
ik verras
jij verrast
hij/zij/het verrast
» meer vervoegingen van verrassen
Ik wil hem verrassen.
Ik wil hem verrassen.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wilde haar verrassen.
snappen, attraperen, snorren, betrappen {ww.}
snappen
attraperen
snorren
betrappen {ww.}
attraperen
snorren
betrappen {ww.}
ik attrapeer
jij attrapeert
hij/zij/het attrapeert
ik snap
jij snapt
hij/zij/het snapt
» meer vervoegingen van snappen