Vertaling van bezetten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bezetten {ww.}
bezetten {ww.}
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
» meer vervoegingen van bezetten
in beslag nemen, bezig houden, beslaan, bezetten, bekleden {ww.}
in beslag nemen
bezig houden
beslaan
bezetten
bekleden {ww.}
bezig houden
beslaan
bezetten
bekleden {ww.}
ik bekleed
jij bekleedt
hij/zij/het bekleedt
ik besla
jij beslaat
hij/zij/het beslaat
» meer vervoegingen van beslaan
bezetten {ww.}
bezetten {ww.}
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
» meer vervoegingen van bezetten
bezetten {ww.}
bezetten {ww.}
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
» meer vervoegingen van bezetten
innemen, bezetten {ww.}
innemen
bezetten {ww.}
bezetten {ww.}
ik bezet
jij bezet
hij/zij/het bezet
ik neem in
jij neemt in
hij/zij/het neemt in
» meer vervoegingen van innemen
U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.
U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.
beslaan, bezetten, occuperen {ww.}
beslaan
bezetten
occuperen {ww.}
bezetten
occuperen {ww.}
ik besla
ik besloeg
jij beslaat
ik besla
ik besloeg
jij beslaat
» meer vervoegingen van beslaan