Vertaling van innemen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
innemen, inslikken, binnenkrijgen {ww.}
innemen
inslikken
binnenkrijgen {ww.}

ik zal binnenkrijgen
jij zult binnenkrijgen
hij/zij/het zal binnenkrijgen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.
U moet twee- à driemaal daags een tablet innemen met een glas water.
innemen, inladen {ww.}
innemen
inladen {ww.}

ik zal inladen
jij zult inladen
hij/zij/het zal inladen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen, zich meester maken van, vermeesteren {ww.}
innemen
zich meester maken van
vermeesteren {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen, vernauwen {ww.}
innemen
vernauwen {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen, bezetten {ww.}
innemen
bezetten {ww.}

ik zal bezetten
jij zult bezetten
hij/zij/het zal bezetten

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen {ww.}
innemen {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen {ww.}
innemen {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen {ww.}
innemen {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen {ww.}
innemen {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen

innemen {ww.}
innemen {ww.}

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen

ik zal innemen
jij zult innemen
hij/zij/het zal innemen
» meer vervoegingen van innemen