Vertaling van biechten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
biechten {ww.}
biechten {ww.}
ik biecht
jij biecht
hij/zij/het biecht
ik biecht
jij biecht
hij/zij/het biecht
» meer vervoegingen van biechten
toegeven, erkennen, biechten, bekennen {ww.}
toegeven
erkennen
biechten
bekennen {ww.}
erkennen
biechten
bekennen {ww.}
ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent
ik geef toe
jij geeft toe
hij/zij/het geeft toe
» meer vervoegingen van toegeven
Ik moet toegeven dat ik een beetje medelijden met mezelf begon te krijgen.
Ik moet toegeven dat ik een beetje medelijden met mezelf begon te krijgen.
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
biechten {ww.}
biechten {ww.}
ik biecht
jij biecht
hij/zij/het biecht
ik biecht
jij biecht
hij/zij/het biecht
» meer vervoegingen van biechten
biecht (mv. biechten) , erkenning , bekentenis {zn.}
biecht (mv. biechten)
erkenning
bekentenis {zn.}
erkenning
bekentenis {zn.}
biecht (mv. biechten) {zn.}
biecht (mv. biechten) {zn.}
peccavi, belijdenis , biecht , schuldbelijdenis {zn.}
peccavi
belijdenis
biecht
schuldbelijdenis {zn.}
belijdenis
biecht
schuldbelijdenis {zn.}