Vertaling van bekennen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
toegeven, erkennen, biechten, bekennen {ww.}
toegeven
erkennen
biechten
bekennen {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik geef toe
jij geeft toe
hij/zij/het geeft toe
» meer vervoegingen van toegeven

Ik moet toegeven dat ik een beetje medelijden met mezelf begon te krijgen.
Ik moet toegeven dat ik een beetje medelijden met mezelf begon te krijgen.
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
bekennen, opmerken {ww.}
bekennen
opmerken {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent
» meer vervoegingen van bekennen

toegeven, erkennen, bekennen {ww.}
toegeven
erkennen
bekennen {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik geef toe
jij geeft toe
hij/zij/het geeft toe
» meer vervoegingen van toegeven

We erkennen je recht op dit onroerend goed.
We erkennen je recht op dit onroerend goed.
opbiechten, belijden, bekennen {ww.}
opbiechten
belijden
bekennen {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik biecht op
jij biecht op
hij/zij/het biecht op
» meer vervoegingen van opbiechten

nemen, pakken, bekennen {ww.}
nemen
pakken
bekennen {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik neem
jij neemt
hij/zij/het neemt
» meer vervoegingen van nemen

Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
"Zou het echt...?" vroeg Dima zich af. "Heb ik eindelijk de goede Al-Sayib te pakken?"
"Zou het echt...?" vroeg Dima zich af. "Heb ik eindelijk de goede Al-Sayib te pakken?"

Gerelateerd aan bekennen

toegeven - erkennen - biechten - opmerken - opbiechten - belijden - nemen - pakkenbemerken - erkennen - vrijen