Vertaling van erkennen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
erkennen, honoreren, agnosceren {ww.}
erkennen
honoreren
agnosceren {ww.}

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent
» meer vervoegingen van erkennen

We erkennen je recht op dit onroerend goed.
We erkennen je recht op dit onroerend goed.
erkennen, honoreren, agnosceren, terugvinden {ww.}
erkennen
honoreren
agnosceren
terugvinden {ww.}

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent
» meer vervoegingen van erkennen

erkennen, honoreren, agnosceren {ww.}
erkennen
honoreren
agnosceren {ww.}

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent
» meer vervoegingen van erkennen

bevestigen, vormen, erkennen, staven, bekrachtigen {ww.}
bevestigen
vormen
erkennen
staven
bekrachtigen {ww.}

ik bekrachtig
jij bekrachtigt
hij/zij/het bekrachtigt

ik bevestig
jij bevestigt
hij/zij/het bevestigt
» meer vervoegingen van bevestigen

Bedankt voor het bevestigen van mijn vriendschapsverzoek op Facebook.
Bedankt voor het bevestigen van mijn vriendschapsverzoek op Facebook.
De vorige e-mail die ik stuurde was waarschijnlijk niet duidelijk. Je moet niets bevestigen.
De vorige e-mail die ik stuurde was waarschijnlijk niet duidelijk. Je moet niets bevestigen.
toegeven, erkennen, biechten, bekennen {ww.}
toegeven
erkennen
biechten
bekennen {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik geef toe
jij geeft toe
hij/zij/het geeft toe
» meer vervoegingen van toegeven

Ik moet toegeven dat ik een beetje medelijden met mezelf begon te krijgen.
Ik moet toegeven dat ik een beetje medelijden met mezelf begon te krijgen.
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
toegeven, erkennen, bekennen {ww.}
toegeven
erkennen
bekennen {ww.}

ik beken
jij bekent
hij/zij/het bekent

ik geef toe
jij geeft toe
hij/zij/het geeft toe
» meer vervoegingen van toegeven

herkennen, erkennen, onderkennen {ww.}
herkennen
erkennen
onderkennen {ww.}

ik erken
jij erkent
hij/zij/het erkent

ik herken
jij herkent
hij/zij/het herkent
» meer vervoegingen van herkennen

Als ik Anca zou zien, zou ik haar waarschijnlijk niet herkennen.
Als ik Anca zou zien, zou ik haar waarschijnlijk niet herkennen.
Gelukkig is hij die de reden van dingen kon herkennen
Gelukkig is hij die de reden van dingen kon herkennen