Vertaling van bosje

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bosschage [o], hakhout [o], bosje [o] {zn.}
bosschage [o]
hakhout [o]
bosje [o] {zn.}
bos [m], pluk, kuif, kuifje [o], dot [m], bosje [o] {zn.}
bos [m]
pluk
kuif
kuifje [o]
dot [m]
bosje [o] {zn.}
Dieren wonen in het bos.
Dieren wonen in het bos.
Hij kwam met een grote bos bloemen.
Hij kwam met een grote bos bloemen.
bos [o] (het ~), foreest, bosje {zn.}
bos [o] (het ~)
foreest
bosje {zn.}
In het bos leven wilde dieren.
In het bos leven wilde dieren.
De jachthond liep richting het bos.
De jachthond liep richting het bos.
bosschage, bosje [o] (het ~) {zn.}
bosschage
bosje [o] (het ~) {zn.}
bos [m] (de ~), bosje [o] (het ~) {zn.}
bos [m] (de ~)
bosje [o] (het ~) {zn.}
Ze verdween langzaam in het nevelige bos.
Ze verdween langzaam in het nevelige bos.


Gerelateerd aan bosje

bosschage - hakhout - bos - pluk - kuif - kuifje - dot - foreestterrein - groep - plantengroei - hoeveelheid