Vertaling van terrein

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
terrein {zn.}
terrein {zn.}
land [o], veld [o], terrein [o] {zn.}
land [o]
veld [o]
terrein [o] {zn.}
De zeelui zagen land.
De zeelui zagen land.
Ze verlieten hun land.
Ze verlieten hun land.
terrein [o] (het ~) {zn.}
terrein [o] (het ~) {zn.}
gebied [o] (het ~), vlak [o] (het ~), veld [o] (het ~), sfeer, domein [o] (het ~), terrein [o] (het ~) {zn.}
gebied [o] (het ~)
vlak [o] (het ~)
veld [o] (het ~)
sfeer
domein [o] (het ~)
terrein [o] (het ~) {zn.}
De dame voert de kleur (van het veld)
De dame voert de kleur (van het veld)
Ze hebben wiskunde gebruikt om de vorm van het universum vlak voor en na de oerknal te berekenen.
Ze hebben wiskunde gebruikt om de vorm van het universum vlak voor en na de oerknal te berekenen.


Gerelateerd aan terrein

land - veld - gebied - vlak - sfeer - domeingebied - bezigheid