Vertaling van gebied
streek
regio
landstreek
gewest {zn.}
verspreidingsgebied
oppervlakte
areaal {zn.}
territorium
territoir
grondgebied
ban {zn.}
gebied
bol
sfeer
kloot {zn.}
vlak
veld
sfeer
domein
terrein {zn.}
heerschappij {zn.}
vereisen
eisen
vergen
gebieden {ww.}
ik eis
jij eist
hij/zij/het eist
ik vereis
jij vereist
hij/zij/het vereist
» meer vervoegingen van vereisen
gebieden
gelasten
ordonneren
prescriberen
verordonneren
voorschrijven
bevelen
commanderen {ww.}
ik beveel
jij beveelt
hij/zij/het beveelt
ik dicteer
jij dicteert
hij/zij/het dicteert
» meer vervoegingen van dicteren
heersen
overheersen {ww.}
ik gebied
jij gebiedt
hij/zij/het gebiedt
ik gebied
jij gebiedt
hij/zij/het gebiedt
» meer vervoegingen van gebieden
Voorbeelden in zinsverband
Dit gebied is niet in kaart gebracht.
Dit gebied is niet in kaart gebracht.
Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.
Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.
Iedere keer dat hij ontsnapte keerde hij terug naar dit gebied.
Iedere keer dat hij ontsnapte keerde hij terug naar dit gebied.
Het allerbeste wordt het allerslechtste als het in zijn tegendeel omslaat", bijvoorbeeld op zedelijk of religieus gebied, te vergelijken met de Engelse uitdrukking "The sweetest wine makes the sharpest vinegar
Het allerbeste wordt het allerslechtste als het in zijn tegendeel omslaat", bijvoorbeeld op zedelijk of religieus gebied, te vergelijken met de Engelse uitdrukking "The sweetest wine makes the sharpest vinegar