Vertaling van cijferen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
rekenen, cijferen {ww.}
rekenen
cijferen {ww.}
cijferen {ww.}
ik cijfer
jij cijfert
hij/zij/het cijfert
ik reken
jij rekent
hij/zij/het rekent
» meer vervoegingen van rekenen
Op hem kan je rekenen.
Op hem kan je rekenen.
Je kan wanneer dan ook op me rekenen.
Je kan wanneer dan ook op me rekenen.
aritmetica, rekenkunst, cijferkunst , rekenkunde, cijferen {zn.}
aritmetica
rekenkunst
cijferkunst
rekenkunde
cijferen {zn.}
rekenkunst
cijferkunst
rekenkunde
cijferen {zn.}
rekenen, cijferen {ww.}
rekenen
cijferen {ww.}
cijferen {ww.}
ik cijfer
jij cijfert
hij/zij/het cijfert
ik reken
jij rekent
hij/zij/het rekent
» meer vervoegingen van rekenen
Je kan er rekenen dat we de volgende keer een betere service zullen leveren.
Je kan er rekenen dat we de volgende keer een betere service zullen leveren.
Je kan altijd op Jane rekenen om het te zeggen zoals het is.
Je kan altijd op Jane rekenen om het te zeggen zoals het is.