Vertaling van deal

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
akkoord [o] (het ~), convenant [o] (het ~), deal [m] (de ~), overeenkomst [v] (de ~) {zn.}
akkoord [o] (het ~)
convenant [o] (het ~)
deal [m] (de ~)
overeenkomst [v] (de ~) {zn.}
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Ik ga akkoord met het argument.
Ik ga akkoord met het argument.
dealen {ww.}
dealen {ww.}

ik deal
jij dealt
hij/zij/het dealt

ik deal
jij dealt
hij/zij/het dealt
» meer vervoegingen van dealen



Gerelateerd aan deal

akkoord - convenant - overeenkomst - dealentoestand - handelen