Vertaling van dinges
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
dinges {zn.}
dinges {zn.}
ding , hoe-heet-het, dinges {zn.}
ding
hoe-heet-het
dinges {zn.}
hoe-heet-het
dinges {zn.}
Ieder zijn eigen ding.
Ieder zijn eigen ding.
Laat mij een ding zeggen.
Laat mij een ding zeggen.
je-weet-wel, dinges {zn.}
je-weet-wel
dinges {zn.}
dinges {zn.}
Ik zag je-weet-wel vandaag op de markt.
Ik zag je-weet-wel vandaag op de markt.