Vertaling van je-weet-wel
dinges {zn.}
toerekenen
toedichten
toeschrijven
aanrekenen {ww.}
ik rekende aan
jij rekende aan
hij/zij/het rekende aan
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van wijten
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van weten
begrijpen
verstaan
volgen
vatten
bevatten
snappen
doorhebben {ww.}
ik begrijp
jij begrijpt
hij/zij/het begrijpt
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van weten
realiseren
inzien
beseffen {ww.}
ik besef
jij beseft
hij/zij/het beseft
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van weten
slagen {ww.}
ik slaag
jij slaagt
hij/zij/het slaagt
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van weten
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van weten
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
ik weet
jij weet
hij/zij/het weet
» meer vervoegingen van wijten
weten
kunnen {ww.}
ik kan
jij kan
hij/zij/het kan
ik vermag
jij vermag
hij/zij/het vermag
» meer vervoegingen van vermogen