Vertaling van dribbelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
dribbelen, draven {ww.}
dribbelen
draven {ww.}

ik draaf
jij draaft
hij/zij/het draaft

ik dribbel
jij dribbelt
hij/zij/het dribbelt
» meer vervoegingen van dribbelen

dribbelen {ww.}
dribbelen {ww.}

ik dribbel
jij dribbelt
hij/zij/het dribbelt

ik dribbel
jij dribbelt
hij/zij/het dribbelt
» meer vervoegingen van dribbelen

trippelen, dribbelen {ww.}
trippelen
dribbelen {ww.}

ik dribbel
jij dribbelt
hij/zij/het dribbelt

ik trippel
jij trippelt
hij/zij/het trippelt
» meer vervoegingen van trippelen

dribbelen {ww.}
dribbelen {ww.}

ik dribbel
jij dribbelt
hij/zij/het dribbelt

ik dribbel
jij dribbelt
hij/zij/het dribbelt
» meer vervoegingen van dribbelen



Gerelateerd aan dribbelen

draven - trippelenopdrijven - gaan