Vertaling van druppel
drop
lik
droppel {zn.}
waterdruppel {zn.}
drupje {zn.}
drop
parel
drup {zn.}
druppelen
droppelen {ww.}
hij/zij/het droppelt
zij droppelen
ik druip
hij/zij/het druipt
zij druipen
ik druip
» meer vervoegingen van druipen
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
» meer vervoegingen van druppelen
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
» meer vervoegingen van druppelen
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
» meer vervoegingen van druppelen
droppen
druppen {ww.}
ik drop
jij dropt
hij/zij/het dropt
ik druppel
jij druppelt
hij/zij/het druppelt
» meer vervoegingen van druppelen
Voorbeelden in zinsverband
Dit is de druppel.
Dit is de druppel.
De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen
De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen