Vertaling van engageren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
engageren, in dienst nemen, betrekken {ww.}
engageren
in dienst nemen
betrekken {ww.}
in dienst nemen
betrekken {ww.}
ik betrek
jij betrekt
hij/zij/het betrekt
ik engageer
jij engageert
hij/zij/het engageert
» meer vervoegingen van engageren
engageren, verloven {ww.}
engageren
verloven {ww.}
verloven {ww.}
ik engageer
jij engageert
hij/zij/het engageert
ik engageer
jij engageert
hij/zij/het engageert
» meer vervoegingen van engageren
engageren {ww.}
engageren {ww.}
ik engageer
jij engageert
hij/zij/het engageert
ik engageer
jij engageert
hij/zij/het engageert
» meer vervoegingen van engageren