Vertaling van friseren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kappen, friseren {ww.}
kappen
friseren {ww.}

ik friseer
jij friseert
hij/zij/het friseert

ik kap
jij kapt
hij/zij/het kapt
» meer vervoegingen van kappen

krullen, krullen, unduleren, opkrullen, onduleren, kroezen, friseren {ww.}
krullen
krullen
unduleren
opkrullen
onduleren
kroezen
friseren {ww.}

ik friseer
jij friseert
hij/zij/het friseert

ik krul
jij krult
hij/zij/het krult
» meer vervoegingen van krullen

Ik hou van krullen.
Ik hou van krullen.


Gerelateerd aan friseren

kappen - krullen - unduleren - opkrullen - onduleren - kroezenomvormen