Vertaling van gebrek

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gebrek [o] {zn.}
gebrek [o] {zn.}
Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.
Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.
Wij zijn mislukt doordat het gebrek aan voorbereiding.
Wij zijn mislukt doordat het gebrek aan voorbereiding.
gebrek [o], armoede [v] {zn.}
gebrek [o]
armoede [v] {zn.}
Ze leven in armoede.
Ze leven in armoede.
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus
gebrek [o], afwezigheid [v], mankement, manco, tekort, gemis, tekortkoming [v], euvel [o] {zn.}
gebrek [o]
afwezigheid [v]
mankement
manco
tekort
gemis
tekortkoming [v]
euvel [o] {zn.}
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
Moest iemand me bellen tijdens mijn afwezigheid, zeg hem dan dat ik snel weer terug zal zijn.
Moest iemand me bellen tijdens mijn afwezigheid, zeg hem dan dat ik snel weer terug zal zijn.
gebrek [o], defect [o], beschadiging [v] {zn.}
gebrek [o]
defect [o]
beschadiging [v] {zn.}
Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.
Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.
Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.
Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.
gebrek [o] {zn.}
gebrek [o] {zn.}
gebrek [o], ondeugd {zn.}
gebrek [o]
ondeugd {zn.}
fout [v], gebrek [o], zwakte {zn.}
fout [v]
gebrek [o]
zwakte {zn.}
Fout.
Fout.
Mijn fout.
Mijn fout.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.

Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.

Wij zijn mislukt doordat het gebrek aan voorbereiding.

Wij zijn mislukt doordat het gebrek aan voorbereiding.

Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.

Mensen wonende in dit gebied sterven aan een gebrek aan water.

Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.

Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.


Gerelateerd aan gebrek

armoede - afwezigheid - mankement - manco - tekort - gemis - tekortkoming - euvel - defect - beschadiging - ondeugd - fout - zwakte