Vertaling van gelid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
lid, knoop [m], gelid, gewricht, geleding [v] {zn.}
lid
knoop [m]
gelid
gewricht
geleding [v] {zn.}
Er valt bijna een knoop van je bloes af.
Er valt bijna een knoop van je bloes af.
Ik ben lid van het basketbalteam.
Ik ben lid van het basketbalteam.
beurt [v], rij [v], file [v], toerbeurt, reeks, gelid {zn.}
beurt [v]
rij [v]
file [v]
toerbeurt
reeks
gelid {zn.}
Rij langzaam.
Rij langzaam.
Ik stond vast in de file.
Ik stond vast in de file.
gelid [o] (het ~) {zn.}
gelid [o] (het ~) {zn.}


Gerelateerd aan gelid

lid - knoop - gewricht - geleding - beurt - rij - file - toerbeurt - reeksrij