Vertaling van beurt

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
beurt [v], rij [v], file [v], toerbeurt, reeks, gelid {zn.}
beurt [v]
rij [v]
file [v]
toerbeurt
reeks
gelid {zn.}
Rij langzaam.
Rij langzaam.
Ik stond vast in de file.
Ik stond vast in de file.
beurt [m] (de ~) {zn.}
beurt [m] (de ~) {zn.}
Wie is aan de beurt?
Wie is aan de beurt?
Het is jouw beurt om te zingen.
Het is jouw beurt om te zingen.
tillen, verheffen, oprichten, ophalen, heffen, beuren {ww.}
tillen
verheffen
oprichten
ophalen
heffen
beuren {ww.}

ik beur
jij beurt
hij/zij/het beurt

ik til
jij tilt
hij/zij/het tilt
» meer vervoegingen van tillen

Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
tillen, opnemen, lichten, opbeuren, opheffen, oplichten, heffen, omhoogtillen, beuren, optillen {ww.}
tillen
opnemen
lichten
opbeuren
opheffen
oplichten
heffen
omhoogtillen
beuren
optillen {ww.}

ik beur
jij beurt
hij/zij/het beurt

ik til
jij tilt
hij/zij/het tilt
» meer vervoegingen van tillen

Kun je die pan even voor me opbeuren, dan leg ik deze onderzetter eronder.
Kun je die pan even voor me opbeuren, dan leg ik deze onderzetter eronder.
Plots gingen de lichten uit.
Plots gingen de lichten uit.
vangen, incasseren, toucheren, opstrijken, beuren, innen {ww.}
vangen
incasseren
toucheren
opstrijken
beuren
innen {ww.}

ik beur
jij beurt
hij/zij/het beurt

ik vang
jij vangt
hij/zij/het vangt
» meer vervoegingen van vangen

Katten vangen muizen.
Katten vangen muizen.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Wie is aan de beurt?

Wie is aan de beurt?

Het is jouw beurt om te zingen.

Het is jouw beurt om te zingen.

Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.

Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.

Het is Mary's beurt om de afwas te doen.

Het is Mary's beurt om de afwas te doen.

Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.

Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.

De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.

De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.


Gerelateerd aan beurt

rij - file - toerbeurt - reeks - gelid - tillen - verheffen - oprichten - ophalen - heffen - beuren - opnemen - lichten - opbeuren - opheffengelegenheid - verplaatsen - ontvangen