Vertaling van geremd
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
geremd {bn.}
geremd {bn.}
remmen, afremmen {ww.}
remmen
afremmen {ww.}
afremmen {ww.}
ik heb afgeremd
jij hebt afgeremd
hij/zij/het heeft afgeremd
ik heb geremd
jij hebt geremd
hij/zij/het heeft geremd
» meer vervoegingen van remmen
Er is iets mis met de remmen.
Er is iets mis met de remmen.
Ik zal de auto alleen kopen als ze eerst de remmen herstellen.
Ik zal de auto alleen kopen als ze eerst de remmen herstellen.
bedeesd, beschroomd, bleu, blo, blode, geblokkeerd, geremd, schaamachtig {bn.}
bedeesd
beschroomd
bleu
blo
blode
geblokkeerd
geremd
schaamachtig {bn.}
beschroomd
bleu
blo
blode
geblokkeerd
geremd
schaamachtig {bn.}
remmen, afremmen {ww.}
remmen
afremmen {ww.}
afremmen {ww.}
ik heb afgeremd
jij hebt afgeremd
hij/zij/het heeft afgeremd
ik heb geremd
jij hebt geremd
hij/zij/het heeft geremd
» meer vervoegingen van remmen
remmen, belemmeren, stuiten, impediëren, bemoeilijken {ww.}
remmen
belemmeren
stuiten
impediëren
bemoeilijken {ww.}
belemmeren
stuiten
impediëren
bemoeilijken {ww.}
ik heb belemmerd
jij hebt belemmerd
hij/zij/het heeft belemmerd
ik heb geremd
jij hebt geremd
hij/zij/het heeft geremd
» meer vervoegingen van remmen
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.
Niets zal mijn snood plan belemmeren.