Vertaling van gewaad

Inhoud:

Nederlands

pak [o], kostuum, gewaad, dracht [v] {zn.}

pak [o]
kostuum
gewaad
dracht [v] {zn.}

Pak 'm.

Mooi pak.

kledingstuk, gewaad {zn.}

kledingstuk
gewaad {zn.}

kleding [v], kleed [o], gewaad {zn.}

kleding [v]
kleed [o]
gewaad {zn.}

Kleed je snel aan.

Ze droeg een wit kleed.

gewaad [o] (het ~) {zn.}

plassen, waden, flodderen {ww.}

plassen
waden
flodderen {ww.}

ik heb geflodderd
jij hebt geflodderd
hij/zij/het heeft geflodderd

ik heb geplast
jij hebt geplast
hij/zij/het heeft geplast
» meer vervoegingen van plassen

Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.

Het regent dat het giet! Op straat zijn overal plassen, en het water stroomt van de daken.

opperkleed, gewaad [o] (het ~), bovenkleed {zn.}

opperkleed
gewaad [o] (het ~)
bovenkleed {zn.}

waden {ww.}

ik heb gewaad
ik had gewaad
ik zal gewaad hebben

ik heb gewaad
ik had gewaad
ik zal gewaad hebben
» meer vervoegingen van waden