Vertaling van gift
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gift, schenking {zn.}
gift
schenking {zn.}
schenking {zn.}
geschenk , cadeau , gift , gave {zn.}
geschenk
cadeau
gift
gave {zn.}
cadeau
gift
gave {zn.}
Is dit Laura's geschenk?
Is dit Laura's geschenk?
Bedankt voor je cadeau.
Bedankt voor je cadeau.
vergif, venijn, zwadder, gift, gif {zn.}
vergif
venijn
zwadder
gift
gif {zn.}
venijn
zwadder
gift
gif {zn.}
Tom pleegde zelfmoord door vergif te drinken.
Tom pleegde zelfmoord door vergif te drinken.
Hij vergiste zich en dronk vergif.
Hij vergiste zich en dronk vergif.
gift {zn.}
gift {zn.}
gift , gave , dotatie , schenking , donatie {zn.}
gift
gave
dotatie
schenking
donatie {zn.}
gave
dotatie
schenking
donatie {zn.}
geschenk , cadeau , gift , schenking , donatie {zn.}
geschenk
cadeau
gift
schenking
donatie {zn.}
cadeau
gift
schenking
donatie {zn.}
Bedankt voor je cadeau.
Bedankt voor je cadeau.
Hij gaf me een cadeau.
Hij gaf me een cadeau.
vergif , vergift, toxicum, gift , gif {zn.}
vergif
vergift
toxicum
gift
gif {zn.}
vergift
toxicum
gift
gif {zn.}
De top van de speer was gedrenkt in een dodelijk vergif.
De top van de speer was gedrenkt in een dodelijk vergif.
Het medicijn van de een is het vergif van de ander
Het medicijn van de een is het vergif van de ander
dosering , gift , dosis {zn.}
dosering
gift
dosis {zn.}
gift
dosis {zn.}