Vertaling van hulpmiddel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
hulpmiddel (het ~), toestel, apparaat [o] {zn.}
hulpmiddel (het ~)
toestel
apparaat [o] {zn.}
De bandrecorder is een handig hulpmiddel in het onderwijs.
De bandrecorder is een handig hulpmiddel in het onderwijs.
Hij bracht ons TV-toestel naar de kelder.
Hij bracht ons TV-toestel naar de kelder.
hulpmiddel, hulpbron {zn.}
hulpmiddel
hulpbron {zn.}
De enige hulpbron die kostbaarder was dan alle andere was land.
De enige hulpbron die kostbaarder was dan alle andere was land.
hulpmiddel {zn.}
hulpmiddel {zn.}
hulp [m] (de ~), hulpmiddel [o] (het ~), utiliteit, hulpje {zn.}
hulp [m] (de ~)
hulpmiddel [o] (het ~)
utiliteit
hulpje {zn.}
Ga voor hulp.
Ga voor hulp.
Ze heeft hulp nodig.
Ze heeft hulp nodig.
middel [o] (het ~), hulpmiddel, medium, instrument [o] (het ~) {zn.}
middel [o] (het ~)
hulpmiddel
medium
instrument [o] (het ~) {zn.}
Ik gaf Tom een licht kalmerend middel.
Ik gaf Tom een licht kalmerend middel.
Het huis wordt verwarmd door middel van zonne-energie.
Het huis wordt verwarmd door middel van zonne-energie.


Gerelateerd aan hulpmiddel

toestel - apparaat - hulpbron - hulp - utiliteit - hulpje - middel - medium - instrumentmiddel - voorwerp - iets