Vertaling van kantelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ten val brengen, omvergooien, omgooien, omkeren, kantelen {ww.}
ten val brengen
omvergooien
omgooien
omkeren
kantelen {ww.}

ik kantel
jij kantelt
hij/zij/het kantelt

ik gooi omver
jij gooit omver
hij/zij/het gooit omver
» meer vervoegingen van omvergooien

ten val komen, kapseizen, omvallen, kantelen {ww.}
ten val komen
kapseizen
omvallen
kantelen {ww.}

ik kantel
jij kantelt
hij/zij/het kantelt

ik kapseis
jij kapseist
hij/zij/het kapseist
» meer vervoegingen van kapseizen

kantelen {ww.}
kantelen {ww.}

ik kantel
jij kantelt
hij/zij/het kantelt

ik kantel
jij kantelt
hij/zij/het kantelt
» meer vervoegingen van kantelen

wentelen, kantelen {ww.}
wentelen
kantelen {ww.}

ik kantel
jij kantelt
hij/zij/het kantelt

ik wentel
jij wentelt
hij/zij/het wentelt
» meer vervoegingen van wentelen

kanteel [m] (de ~) {zn.}
kanteel [m] (de ~) {zn.}
trans [m] (de ~), torentrans, omloop [m] (de ~), kanteel [m] (de ~), omgang [m] (de ~) {zn.}
trans [m] (de ~)
torentrans
omloop [m] (de ~)
kanteel [m] (de ~)
omgang [m] (de ~) {zn.}