Vertaling van omloop

Inhoud:

Nederlands

roulatie [v], omloop, circulatie [v] {zn.}

roulatie [v]
omloop
circulatie [v] {zn.}

toer, omwenteling [v], omloop, wenteling [v] {zn.}

toer
omwenteling [v]
omloop
wenteling [v] {zn.}

omloop [m] (de ~) {zn.}

omloop [m] (de ~), rondgang, circulatie [v] (de ~), roulatie [v] (de ~), kringloopproces, cyclus [m] (de ~), kringloop [m] (de ~) {zn.}

omloop [m] (de ~)
rondgang
circulatie [v] (de ~)
roulatie [v] (de ~)
kringloopproces
cyclus [m] (de ~)
kringloop [m] (de ~) {zn.}

omloop [m] (de ~), parcours [o] (het ~) {zn.}

omloop [m] (de ~)
parcours [o] (het ~) {zn.}

onyxis, paronychia, onychia, omloop {zn.}

onyxis
paronychia
onychia
omloop {zn.}

ronde [m] (de ~), omloop, wielerronde, wielerkoers, wielerwedstrijd [m] (de ~) {zn.}

ronde [m] (de ~)
omloop
wielerronde
wielerkoers
wielerwedstrijd [m] (de ~) {zn.}

Contador won de gele trui in de ronde van Frankrijk.

trans [m] (de ~), torentrans, omloop [m] (de ~), kanteel [m] (de ~), omgang [m] (de ~) {zn.}

trans [m] (de ~)
torentrans
omloop [m] (de ~)
kanteel [m] (de ~)
omgang [m] (de ~) {zn.}