Vertaling van lak
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
lak {zn.}
lak {zn.}
lak , lakverf {zn.}
lak
lakverf {zn.}
lakverf {zn.}
lak , zegellak {zn.}
lak
zegellak {zn.}
zegellak {zn.}
lak {zn.}
lak {zn.}
verlakken, lakken {ww.}
verlakken
lakken {ww.}
lakken {ww.}
ik lak
jij lakt
hij/zij/het lakt
ik verlak
jij verlakt
hij/zij/het verlakt
» meer vervoegingen van verlakken
schilderen, verven, lakken {ww.}
schilderen
verven
lakken {ww.}
verven
lakken {ww.}
ik lak
jij lakt
hij/zij/het lakt
ik schilder
jij schildert
hij/zij/het schildert
» meer vervoegingen van schilderen
We lieten Tom de muren schilderen.
We lieten Tom de muren schilderen.
Ik liet hem mijn huis schilderen.
Ik liet hem mijn huis schilderen.
lakken {ww.}
lakken {ww.}
ik lak
jij lakt
hij/zij/het lakt
ik lak
jij lakt
hij/zij/het lakt
» meer vervoegingen van lakken