Vertaling van leuter
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
lid, penis, lul , plasser, piemel, snikkel , pik , leuter , jongeheer {zn.}
lid
penis
lul
plasser
piemel
snikkel
pik
leuter
jongeheer {zn.}
penis
lul
plasser
piemel
snikkel
pik
leuter
jongeheer {zn.}
De penis ging in de vagina.
De penis ging in de vagina.
De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
treuzelen, toeven, teuten, talmen, leuteren, dralen {ww.}
treuzelen
toeven
teuten
talmen
leuteren
dralen {ww.}
toeven
teuten
talmen
leuteren
dralen {ww.}
ik draal
jij draalt
hij/zij/het draalt
ik treuzel
jij treuzelt
hij/zij/het treuzelt
» meer vervoegingen van treuzelen
zemelen, leuteren {ww.}
zemelen
leuteren {ww.}
leuteren {ww.}
ik leuter
jij leutert
hij/zij/het leutert
ik zemel
jij zemelt
hij/zij/het zemelt
» meer vervoegingen van zemelen
potlood, lid , penis , fluit , lul , tampeloeres, tamp, sannie, plasser , zwengel , piemel , piel , leuter, joystick, geslachtsdeel , jongeheer , pik , snikkel , pisser {zn.}
potlood
lid
penis
fluit
lul
tampeloeres
tamp
sannie
plasser
zwengel
piemel
piel
leuter
joystick
geslachtsdeel
jongeheer
pik
snikkel
pisser {zn.}
lid
penis
fluit
lul
tampeloeres
tamp
sannie
plasser
zwengel
piemel
piel
leuter
joystick
geslachtsdeel
jongeheer
pik
snikkel
pisser {zn.}
Hij kan fluit spelen.
Hij kan fluit spelen.
Ik heb geen potlood.
Ik heb geen potlood.
fantaseren, zwetsen, kletsen, wauwelen, zwammen, raaskallen, razen, ohaën, ouwehoeren, lullen, o.h.-en, leuteren, ijlen, dazen, keutelen, bazelen {ww.}
fantaseren
zwetsen
kletsen
wauwelen
zwammen
raaskallen
razen
ohaën
ouwehoeren
lullen
o.h.-en
leuteren
ijlen
dazen
keutelen
bazelen {ww.}
zwetsen
kletsen
wauwelen
zwammen
raaskallen
razen
ohaën
ouwehoeren
lullen
o.h.-en
leuteren
ijlen
dazen
keutelen
bazelen {ww.}
ik bazel
jij bazelt
hij/zij/het bazelt
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
» meer vervoegingen van fantaseren