Vertaling van martelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
folteren, pijnigen, martelen {ww.}
folteren
pijnigen
martelen {ww.}
pijnigen
martelen {ww.}
ik folter
jij foltert
hij/zij/het foltert
ik folter
jij foltert
hij/zij/het foltert
» meer vervoegingen van folteren
treiteren, mishandelen, kwellen, martelen, koeioneren {ww.}
treiteren
mishandelen
kwellen
martelen
koeioneren {ww.}
mishandelen
kwellen
martelen
koeioneren {ww.}
ik koeioneer
jij koeioneert
hij/zij/het koeioneert
ik treiter
jij treitert
hij/zij/het treitert
» meer vervoegingen van treiteren
afknijpen, kwellen, plagen, tormenteren, teisteren, pijnigen, martelen, geselen {ww.}
afknijpen
kwellen
plagen
tormenteren
teisteren
pijnigen
martelen
geselen {ww.}
kwellen
plagen
tormenteren
teisteren
pijnigen
martelen
geselen {ww.}
ik knijp af
jij knijpt af
hij/zij/het knijpt af
ik knijp af
jij knijpt af
hij/zij/het knijpt af
» meer vervoegingen van afknijpen
folteren, pijnigen, martelen {ww.}
folteren
pijnigen
martelen {ww.}
pijnigen
martelen {ww.}
ik folter
jij foltert
hij/zij/het foltert
ik folter
jij foltert
hij/zij/het foltert
» meer vervoegingen van folteren