Vertaling van teisteren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
teisteren, plagen {zn.}
teisteren
plagen {zn.}
halen, raken, treffen, teisteren, inslaan {ww.}
halen
raken
treffen
teisteren
inslaan {ww.}

ik haal
jij haalt
hij/zij/het haalt

ik haal
jij haalt
hij/zij/het haalt
» meer vervoegingen van halen

Mijn ideeën raken op.
Mijn ideeën raken op.
Ga Tom halen.
Ga Tom halen.
pijn doen, kwaad doen, teisteren {ww.}
pijn doen
kwaad doen
teisteren {ww.}

hij/zij/het teistert
zij teisteren

hij/zij/het teistert
zij teisteren
» meer vervoegingen van teisteren

Hij zou geen vlieg kwaad doen.
Hij zou geen vlieg kwaad doen.
Ik wou u geen pijn doen.
Ik wou u geen pijn doen.
afknijpen, kwellen, plagen, tormenteren, teisteren, pijnigen, martelen, geselen {ww.}
afknijpen
kwellen
plagen
tormenteren
teisteren
pijnigen
martelen
geselen {ww.}

ik knijp af
jij knijpt af
hij/zij/het knijpt af

ik knijp af
jij knijpt af
hij/zij/het knijpt af
» meer vervoegingen van afknijpen



Gerelateerd aan teisteren

plagen - halen - raken - treffen - inslaan - pijn doen - kwaad doen - afknijpen - kwellen - tormenteren - pijnigen - martelen - geselenberokkenen