Vertaling van muil

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
muil, slof, muiltje [o] {zn.}
muil
slof
muiltje [o] {zn.}
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
muil, bek [m], opening [v], afgrond [m] {zn.}
muil
bek [m]
opening [v]
afgrond [m] {zn.}
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
muil, bek [m] {zn.}
muil
bek [m] {zn.}
muil [m] (de ~) {zn.}
muil [m] (de ~) {zn.}
muil [m] (de ~) {zn.}
muil [m] (de ~) {zn.}
bek [m] (de ~), muil [m] (de ~), laadklep, smoel [m] (de ~), kwebbel [m] (de ~), snoet, moel, kakement, bekje, bakkes [o] (het ~), klep [m] (de ~) {zn.}
bek [m] (de ~)
muil [m] (de ~)
laadklep
smoel [m] (de ~)
kwebbel [m] (de ~)
snoet
moel
kakement
bekje
bakkes [o] (het ~)
klep [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan muil

slof - muiltje - bek - opening - afgrond - laadklep - smoel - kwebbel - snoet - moel - kakement - bekje - bakkes - klepbek - pantoffel - mond - hiel