Vertaling van kwebbel
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kwebbel, kletskous {zn.}
kwebbel
kletskous {zn.}
kletskous {zn.}
bek , muil , laadklep, smoel , kwebbel , snoet, moel, kakement, bekje, bakkes , klep {zn.}
bek
muil
laadklep
smoel
kwebbel
snoet
moel
kakement
bekje
bakkes
klep {zn.}
muil
laadklep
smoel
kwebbel
snoet
moel
kakement
bekje
bakkes
klep {zn.}
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
babbelaarster, leuterkous, ratel , kwebbel , theetante, wauwelaar, ouwehoer , teut, klessebes, klets , klepzeiker, kakel, babbelkous , lulmeier, kletskont, rebbel, kletskop , teutebel, kletsmajoor , wafel, kletsmeier , klep , kletstante, babbelaar , leuteraar, kwek , kletskous {zn.}
babbelaarster
leuterkous
ratel
kwebbel
theetante
wauwelaar
ouwehoer
teut
klessebes
klets
klepzeiker
kakel
babbelkous
lulmeier
kletskont
rebbel
kletskop
teutebel
kletsmajoor
wafel
kletsmeier
klep
kletstante
babbelaar
leuteraar
kwek
kletskous {zn.}
leuterkous
ratel
kwebbel
theetante
wauwelaar
ouwehoer
teut
klessebes
klets
klepzeiker
kakel
babbelkous
lulmeier
kletskont
rebbel
kletskop
teutebel
kletsmajoor
wafel
kletsmeier
klep
kletstante
babbelaar
leuteraar
kwek
kletskous {zn.}
babbelen, kleppen, tateren, parlevinken, snappen, snateren, rellen, kakelen, kwetteren, kwekkebekken, kwebbelen, kouten, kletsmeieren, klessebessen, keuvelen, kwekken, kletsen, ratelen {ww.}
babbelen
kleppen
tateren
parlevinken
snappen
snateren
rellen
kakelen
kwetteren
kwekkebekken
kwebbelen
kouten
kletsmeieren
klessebessen
keuvelen
kwekken
kletsen
ratelen {ww.}
kleppen
tateren
parlevinken
snappen
snateren
rellen
kakelen
kwetteren
kwekkebekken
kwebbelen
kouten
kletsmeieren
klessebessen
keuvelen
kwekken
kletsen
ratelen {ww.}
ik babbel
jij babbelt
hij/zij/het babbelt
ik babbel
jij babbelt
hij/zij/het babbelt
» meer vervoegingen van babbelen
Laat ons babbelen.
Laat ons babbelen.