Vertaling van bek
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bek , nebbe, vogelbek , tuit , snavel , neb {zn.}
bek
nebbe
vogelbek
tuit
snavel
neb {zn.}
nebbe
vogelbek
tuit
snavel
neb {zn.}
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
muil, bek , opening , afgrond {zn.}
muil
bek
opening
afgrond {zn.}
bek
opening
afgrond {zn.}
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
Op de brug zit een mug met haar muil wijd open; zeven ezels, achttien kwezels zijn er in gekropen.
bek , muil , laadklep, smoel , kwebbel , snoet, moel, kakement, bekje, bakkes , klep {zn.}
bek
muil
laadklep
smoel
kwebbel
snoet
moel
kakement
bekje
bakkes
klep {zn.}
muil
laadklep
smoel
kwebbel
snoet
moel
kakement
bekje
bakkes
klep {zn.}
mond , bek , snater, monding {zn.}
mond
bek
snater
monding {zn.}
bek
snater
monding {zn.}
Doe je mond open.
Doe je mond open.
Spreek niet met volle mond.
Spreek niet met volle mond.
muil, bek {zn.}
muil
bek {zn.}
bek {zn.}
bek , bekje {zn.}
bek
bekje {zn.}
bekje {zn.}
bek {zn.}
bek {zn.}
katten, blaffen, snibben, sneren, grauwen, bekken, bassen, snauwen {ww.}
katten
blaffen
snibben
sneren
grauwen
bekken
bassen
snauwen {ww.}
blaffen
snibben
sneren
grauwen
bekken
bassen
snauwen {ww.}
ik bas
jij bast
hij/zij/het bast
ik kat
jij kat
hij/zij/het kat
» meer vervoegingen van katten
Hij hoorde de hond blaffen.
Hij hoorde de hond blaffen.
Ken heeft twee katten.
Ken heeft twee katten.