Vertaling van noodzaak

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
noodzaak {zn.}
noodzaak {zn.}
Noodzaak is hard
Noodzaak is hard
Men hoeft geen dingen toe te voegen (aan een formule) zonder noodzaak
Men hoeft geen dingen toe te voegen (aan een formule) zonder noodzaak
nood, noodzaak {zn.}
nood
noodzaak {zn.}
Morgenrood, aarde in nood. Avondrood, reactor verkloot.
Morgenrood, aarde in nood. Avondrood, reactor verkloot.
Ik heb nood aan iemand om met te praten.
Ik heb nood aan iemand om met te praten.
dwingen, verplichten, noodzaken {ww.}
dwingen
verplichten
noodzaken {ww.}

ik dwing
jij dwingt
hij/zij/het dwingt

ik dwing
jij dwingt
hij/zij/het dwingt
» meer vervoegingen van dwingen

De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
nood [m] (de ~), noodzaak [m] (de ~), urgentie [v] (de ~), noodzakelijkheid [v] (de ~), onvermijdelijkheid [v] (de ~), necessiteit {zn.}
nood [m] (de ~)
noodzaak [m] (de ~)
urgentie [v] (de ~)
noodzakelijkheid [v] (de ~)
onvermijdelijkheid [v] (de ~)
necessiteit {zn.}
Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?
Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?
nopen, noodzaken {ww.}
nopen
noodzaken {ww.}

ik noodzaak
jij noodzaakt
hij/zij/het noodzaakt

ik noop
jij noopt
hij/zij/het noopt
» meer vervoegingen van nopen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Noodzaak is hard

Noodzaak is hard

Men hoeft geen dingen toe te voegen (aan een formule) zonder noodzaak

Men hoeft geen dingen toe te voegen (aan een formule) zonder noodzaak


Gerelateerd aan noodzaak

nood - dwingen - verplichten - noodzaken - urgentie - noodzakelijkheid - onvermijdelijkheid - necessiteit - nopenomstandigheid - dwingen