Vertaling van ongemak

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ongemak {zn.}
ongemak {zn.}
kwaad, ongemak, misstand, euvel [o] {zn.}
kwaad
ongemak
misstand
euvel [o] {zn.}
Zij werd kwaad.
Zij werd kwaad.
Ben je kwaad?
Ben je kwaad?
ongerief, ongemak {zn.}
ongerief
ongemak {zn.}
ongerieflijkheid, ongerief [o] (het ~), ongeriefelijkheid, ongemak [o] (het ~) {zn.}
ongerieflijkheid
ongerief [o] (het ~)
ongeriefelijkheid
ongemak [o] (het ~) {zn.}
gebrek [o] (het ~), handicap [m] (de ~), ongemak [o] (het ~), gebrekkigheid {zn.}
gebrek [o] (het ~)
handicap [m] (de ~)
ongemak [o] (het ~)
gebrekkigheid {zn.}
Teveel stress kan tot een handicap leiden.
Teveel stress kan tot een handicap leiden.
Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.
Gebrek aan beweging kan de gezondheid schaden.


Gerelateerd aan ongemak

kwaad - misstand - euvel - ongerief - ongerieflijkheid - ongeriefelijkheid - gebrek - handicap - gebrekkigheidtoestand - stoornis