Vertaling van opleveren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
opleveren {ww.}
opleveren {ww.}
ik zal opleveren
jij zult opleveren
hij/zij/het zal opleveren
ik zal opleveren
jij zult opleveren
hij/zij/het zal opleveren
» meer vervoegingen van opleveren
voortbrengen, opbrengen, opleveren, afwerpen {ww.}
voortbrengen
opbrengen
opleveren
afwerpen {ww.}
opbrengen
opleveren
afwerpen {ww.}
ik zal afwerpen
jij zult afwerpen
hij/zij/het zal afwerpen
ik zal voortbrengen
jij zult voortbrengen
hij/zij/het zal voortbrengen
» meer vervoegingen van voortbrengen
geven, opleveren {ww.}
geven
opleveren {ww.}
opleveren {ww.}
ik zal geven
jij zult geven
hij/zij/het zal geven
ik zal geven
jij zult geven
hij/zij/het zal geven
» meer vervoegingen van geven
Koeien geven melk.
Koeien geven melk.
Zij geven niets.
Zij geven niets.