Vertaling van overeenkomen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
overeenkomen, een schikking treffen, het eens zijn, afspreken {ww.}
overeenkomen
een schikking treffen
het eens zijn
afspreken {ww.}
een schikking treffen
het eens zijn
afspreken {ww.}
ik zal afspreken
ik zou afspreken
jij zult afspreken
ik zal overeenkomen
ik zou overeenkomen
jij zult overeenkomen
» meer vervoegingen van overeenkomen
beklinken, overeenkomen, afspreken {ww.}
beklinken
overeenkomen
afspreken {ww.}
overeenkomen
afspreken {ww.}
ik zal afspreken
jij zult afspreken
hij/zij/het zal afspreken
ik zal beklinken
jij zult beklinken
hij/zij/het zal beklinken
» meer vervoegingen van beklinken
sluiten, corresponderen, congrueren, overeenkomen, rijmen, overeenstemmen, stroken, sporen, concorderen, accorderen {ww.}
sluiten
corresponderen
congrueren
overeenkomen
rijmen
overeenstemmen
stroken
sporen
concorderen
accorderen {ww.}
corresponderen
congrueren
overeenkomen
rijmen
overeenstemmen
stroken
sporen
concorderen
accorderen {ww.}
ik zal accorderen
jij zult accorderen
hij/zij/het zal accorderen
ik zal sluiten
jij zult sluiten
hij/zij/het zal sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
Mijn professionele kwaliteiten / vaardigheden corresponderen met de vereisten van uw bedrijf.
Mijn professionele kwaliteiten / vaardigheden corresponderen met de vereisten van uw bedrijf.
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?