Vertaling van prediken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
preken, prediken {ww.}
preken
prediken {ww.}
prediken {ww.}
ik predik
jij predikt
hij/zij/het predikt
ik preek
jij preekt
hij/zij/het preekt
» meer vervoegingen van preken
preken, prediken {ww.}
preken
prediken {ww.}
prediken {ww.}
ik predik
jij predikt
hij/zij/het predikt
ik preek
jij preekt
hij/zij/het preekt
» meer vervoegingen van preken
preken, prediken, uitdragen, verkondigen {ww.}
preken
prediken
uitdragen
verkondigen {ww.}
prediken
uitdragen
verkondigen {ww.}
ik predik
jij predikt
hij/zij/het predikt
ik preek
jij preekt
hij/zij/het preekt
» meer vervoegingen van preken